Tennisarm
Tenniselleboog / epicondylitis lateralis humeri / laterale epicondylalgie

De tennisarm is een veelvoorkomende aandoening waarbij pijn aan de buitenkant van de elleboog optreedt. Soms straalt deze uit naar de onderarm, pols en hand.
De term tennisarm (of tenniselleboog) is een misleidende naam omdat slechts een klein deel van de mensen met een tennisarm ook daadwerkelijk tennist.
Beschrijving van de aandoening
De spieren die de pols en vingers strekken noemen we de ‘onderarm extensoren’. Ze lopen vanuit de hand helemaal door tot aan de buitenkant van de elleboog. Hier hechten ze via pezen aan op het bot van de bovenarm (de humerus). Bij de tennisarm is juist dit peesweefsel aangedaan.
Oorzaak en ontstaanswijze
De oorzaak wordt gevonden in het veelvuldig aanspannen van de onderarm extensoren. Dit veroorzaakt langdurige trek op het peesweefsel en het botvlies. Meestal ligt het steeds herhalen van dezelfde polsbewegingen ten grondslag aan het ontstaan van de klachten. Denk aan schilderen, computerwerk, tuinieren, poetsen of het werken met een schroevendraaier.
De klachten ontstaan normaal gesproken geleidelijk maar kunnen ook acuut opspelen. Meestal is er dan al langere tijd sprake van degeneratie (=vermindering van kwaliteit) van het peesweefsel, maar gaf dit vooralsnog geen klachten.
Klachten en verschijnselen
Diagnose
De diagnose wordt gesteld aan de hand van het lichamelijk onderzoek. Een simpele thuis-test is het bovenhands oppakken van een stoel. Dit geeft de typische pijnklachten die horen bij een tennisarm.
Behandeling
De behandeling kan onder andere bestaan uit het rekken van de onderarm extensoren en excentrsiche spierversterkende oefeningen. Een corticosteroïden injectie kan op korte termijn zeer goed resultaat opleveren. Echter vallen de resultaten op lange termijn juist tegen.
« Terug naar het overzicht